Box 3: Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) uitgelegd

23 juli 2025 - leestijd: 1 minuut

Eind 2024 kondigde de Belastingdienst veranderingen aan rondom de belastingheffing op box 3 vermogen. In plaats van het fictieve rendement waarmee normaal gesproken wordt gerekend, mag je nu ook het werkelijke rendement gebruiken. Wat dit voor jou kan betekenen, lees je hieronder.

Omdat de vermogensbelasting in box 3 niet meer mag worden geheven op basis van een fictief rendement, is het sinds kort mogelijk om met terugwerkende kracht te veel betaalde vermogensbelasting terug te vragen. Dit gaat door middel van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement en is onderdeel van de Wet tegenbewijsregeling box 3. Mocht je de afgelopen jaren al belastbaar box 3 vermogen hebben gehad, dan kan het zijn dat je hier eind 2024 al per brief van op de hoogte bent gebracht door de Belastingdienst.

Kan ik meteen aan de slag?
Voordat je aan de slag kunt, moet je eerst wachten tot je een attentie brief hebt ontvangen van de Belastingdienst. Dit gaat per jaar waarvoor je het werkelijke rendement wilt doorgeven. De eerste brieven worden vanaf juli 2025 verstuurd en dat zal vooralsnog gaan over het jaar 2022. De brieven over 2023 wordt naar verwachting in september 2025 verstuurd. Vanaf het moment dat je de brief hebt ontvangen kun je het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement invullen en opsturen. De Belastingdienst heeft een handige lijst gemaakt met gegevens die je hiervoor nodig hebt. Mocht er op basis van het invullen van het formulier blijken dat je voordeliger uit bent met de fictieve percentages, dan hoef je het formulier niet op te sturen. 

Hoewel de regeling met terugwerkende kracht vanaf belastingjaar 2017 geldt, moet je eerder al bezwaar hebben gemaakt om nu je werkelijke rendement van 2017 t/m 2020 te gaan opgeven. Vanaf het jaar 2021 is dit niet het geval. In de praktijk zal het belastingjaar 2022 voor de meeste mensen het interessantst zijn: in dat jaar tekenden veel beleggingsfondsen namelijk rode cijfers.

Het is niet zo dat de Belastingdienst vanaf nu altijd met een werkelijk rendement gaat rekenen. In de toekomst gaat dat waarschijnlijk wel gebeuren, maar daar zijn de Belastingdienst systemen nu nog niet klaar voor. Je hebt nu dus een keuze, en dat is voordelig! Je kunt namelijk zelf bepalen wat in jouw situatie het beste uitkomt.

Zijn jouw werkelijke rendementen hoger dan de fictieve rendementen? Dan is het slimmer om de fictieve rendementen te gebruiken. Liggen jouw werkelijke rendementen lager dan de fictieve rendementen? Dan is het gunstiger om met werkelijke rendementen te rekenen. Met name de mensen die de afgelopen jaren een relatief groot gedeelte van hun vermogen in slecht presterende crypto’s of beleggingen hadden, kunnen met de wijzigingen gunstiger uit zijn.

Hoe gaat dit er in de toekomst uitzien?
Uiteindelijk wordt ernaar gestreefd om in 2028 met een geheel nieuw box 3 stelsel te werken voor de heffing van belasting op vermogen. Naast dat er dan naar het werkelijke rendement van spaarrekeningen, beleggingen en onroerend goed wordt gekeken, zal het dan waarschijnlijk ook mogelijk zijn om een waardedaling te verrekenen met positieve inkomsten in de volgende jaren. Mogelijk is het dan ook  toegestaan om kosten op te geven. Denk hierbij aan kosten van een spaarrekening, verschuldigde rente, transactie- en advieskosten voor de aankoop en verkoop van beleggingen en onderhoudskosten van onroerende zaken.

Tot die tijd is het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement een mooie eerste stap. Houd er rekening mee dat de verantwoordelijkheid voor het invullen van het formulier bij jezelf ligt. Doe dit wel pas wanneer je de brief vanuit de Belastingdienst hebt ontvangen.

Meer weten?

We leggen het je graag uit!

Plan een vrijblijvend, digitaal kennismakingsgesprek met ons in.

Nog meer nieuws