Dit weten we nu over box 3
Het onderwerp box 3 is veel in het nieuws de laatste tijd, met een hoop vragen tot gevolg. In deze blog zetten we de belangrijkste zaken voor je op een rijtje.
Allereerst ter introductie: In box 3 wordt jouw privévermogen belast. Dat is dus al het geld wat je hebt op je privébankrekeningen, beleggingen en andere bezittingen (zoals crypto’s of onroerend goed), minus je schulden. De Belastingdienst gaat ervan uit dat je inkomen genereert met dit vermogen onder meer door rente-inkomsten, dividend en huurinkomsten.
Een vast bedrag van je vermogen is vrijgesteld van belasting, dat is het heffingsvrije vermogen. Vanaf 2021 is het heffingsvrije vermogen vastgesteld op €50.000 voor individuen en €100.000 voor fiscaal partners. De Belastingdienst hanteert als peildatum altijd 1 januari van het jaar. Stel dat jouw vermogen als individu op 1 januari 2021 hoger is dan €50.000, dan moet je dit opgeven in jouw belastingaangifte over 2021.
In Nederland is het zo geregeld dat je geen belasting betaalt over jouw totale vermogen, maar alleen over het zogenaamde voordeel van jouw vermogen. Bij het berekenen van deze vermogensbelasting gaat de Belastingdienst uit van een verondersteld voordeel, ook wel het fictief rendement genoemd.
De overheid had echter geen gebruik mogen maken van het fictief rendement, zo oordeelde de Hoge Raad vlak voor Kerst. Als gevolg van de huidige lage rentes zijn voor mensen met relatief meer spaargeld de werkelijk behaalde rendementen een stuk lager, waardoor de belastingaanslag hoger is dan wat zij aan rendement behalen. Volgens de Hoge Raad is dit in strijd met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod omdat iemand zelf de keuze moet kunnen maken wat men met zijn of haar vermogen doet. De Hoge Raad oordeelt dan ook dat alleen het werkelijke rendement belast mag worden.
Aangezien de uitspraak zo kort geleden is, is het nog niet helemaal duidelijk wat deze allemaal voor gevolgen heeft. De staatssecretaris en de Belastingdienst zijn hier druk mee bezig. Hun doel is om dit zo snel en zo eenvoudig mogelijk door te voeren.
Wat we tot nu toe weten is het volgende:
- In eerste instantie geldt de uitspraak voor belastingbetalers die massaal bezwaar hebben gemaakt. Er is echter een grote kans dat het later voor iedereen zal gelden, maar die beslissing volgt pas op 1 mei.
- Burgers met spaargeld en/of beleggingen krijgen tijdelijk géén definitieve aanslag van de Belastingdienst.
- De Belastingdienst is voornemens om alle aanslagen die nog niet definitief zijn op een ‘proactieve manier’ te gaan corrigeren.
- De Belastingdienst onderzoekt momenteel wat de gevolgen zijn voor alle aanslagen die wél definitief zijn.
- In de voorlopige aanslagen met betrekking tot 2022 is een eventuele box 3-heffing nog verwerkt op de oude manier. De definitieve aanslag zal wel in lijn met de uitspraak worden opgelegd.
- De aanslag van 2021 zal ook in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad worden opgelegd.
- Het is de bedoeling dat box 3 in de toekomst belast zal worden op basis van het werkelijke rendement. Dit is ook nog niet uitgewerkt in de uitspraak van de Hoge Raad. We kunnen dus nog niet zeggen wat de herziening concreet zal opleveren of kosten.
Zodra er meer bekend is zullen we dit natuurlijk communiceren via een update van deze blog.